-
1 het is weer het oude liedje/altijd hetzelfde liedje
het is weer het oude liedje/altijd hetzelfde liedjeit's the same old song/storyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het is weer het oude liedje/altijd hetzelfde liedje
-
2 hij zingt altijd hetzelfde liedje
hij zingt altijd hetzelfde liedjeDeens-Russisch woordenboek > hij zingt altijd hetzelfde liedje
-
3 immer hetzelfde (liedje)
immer hetzelfde (liedje) -
4 liedje
1 song♦voorbeelden: -
5 same
adj. zelfde; gelijk; overeenkomstig; bovengenoemde--------adv. op dezelfde manier; gelijk; eens; dezelfde--------pron. zelfdesame1[ seem] 〈voornaamwoord; bijna altijd met the〉1 de/hetzelfde♦voorbeelden:one and the same • één en dezelfde〈 informeel〉 same again please! • schenk nog maar eens in, hetzelfde a.u.b.!they are much the same • ze lijken (vrij) sterk op elkaarit's all the same to me • het is mij om het even, het maakt me niet uit(the) same to you • insgelijks, van 't zelfde→ all all/————————same2〈bijwoord; met the, behalve soms informeel〉♦voorbeelden:he found nothing, (the) same as my own dentist • hij vond niets, net als mijn eigen tandarts————————same3〈determinator; the〉1 zelfde ⇒ gelijke, overeenkomstige♦voorbeelden:it comes/amounts to the same thing • het komt op hetzelfde neerat the same time • tegelijkertijdmuch the same problem • vrijwel hetzelfde probleem -
6 the (same) old story
-
7 refrain
refrain [rəfrẽ]〈m.〉1 refrein♦voorbeelden:c'est toujours le même refrain • het is altijd hetzelfde liedjem1) refrein2) deuntje -
8 antienne
antienne [ãtjen]〈v.〉♦voorbeelden: -
9 Lied
〈o.; Lied(e)s, Lieder〉♦voorbeelden:1 es ist immer das alte, gleiche Lied! • het is steeds het oude, hetzelfde liedje!davon kann ich ein Lied singen! • daar weet ik een liedje van te zingen!¶ 〈 spreekwoord〉 wes Brot ich esse, des Lied ich singe • wiens brood men eet, diens woord men spreekt -
10 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/ -
11 the same old story
-
12 chanson
chanson [sĵãsõ]〈v.〉2 gezang ⇒ gesjirp, geruis♦voorbeelden:chanson à boire • drinkliedje connais la chanson • dat verhaal ken ikf1) lied(je)2) gesjirp, geruis -
13 musique
musique [muuziek]〈v.〉1 muziek2 muziek(boek) ⇒ muzieknoten, -blad♦voorbeelden:musique de fond • achtergrondmuziek〈 figuurlijk〉 c'est une autre musique • dat is een ander geluid, dat is nog eens wat anderstravailler en musique • met muziek aan werken2 mettre en musique • toonzetten, op muziek zetten¶ en avant la musique • hop, vooruit met de geitf -
14 tabac
tabac [taabaa]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:tabac blond • lichte tabaktabac à chiquer • pruimtabaktabac à priser • snuiftabak→ potm1) tabak2) tabakswinkel3) aframmeling4) stormwind -
15 c'est toujours la même chanson
c'est toujours la même chansonDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours la même chanson
-
16 c'est toujours la même musique
c'est toujours la même musiqueDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours la même musique
-
17 c'est toujours la même ritournelle
c'est toujours la même ritournelleDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours la même ritournelle
-
18 c'est toujours le même refrain
c'est toujours le même refrainDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours le même refrain
-
19 c'est toujours le même tabac
c'est toujours le même tabacDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours le même tabac
-
20 c'est toujours le même topo
c'est toujours le même topoDictionnaire français-néerlandais > c'est toujours le même topo
- 1
- 2